Richard van Emmerik schreef op 14 oktober 2018:

Dag Bart Klink,

In plaats van atheïst noem ik mijzelf liever niet-religieus vanuit de overweging dat atheïsme uiteindelijk een voortzetting is van religie, iets wat niet eens zo moeilijk te onderbouwen is omdat wetenschap een voortzetting is van de Verlichting waarin vooral ideologische aspecten tegen het religieus scepticisme een rol hebben gespeeld. Terecht heeft Wittgenstein opgemerkt dat over de grens van de kenbaarheid we in het onzegbare belanden. Ik kan je een simpele taal analyse geven over het woord ‘niets’ geven om te laten zien dat we hier iets uitspreken dat niet uitgesproken kan worden, simpelweg omdat we te maken hebben met het feit dat er niet naar de referent verwezen kan worden. Atheïsme is een voortzetting van het religieuze denken, willen we voorkomen dat we nieuwe Goden creëren dienen we te kijken naar hoe een woord als God of Allah in taal en gemeenschap functioneert. Als representanten van de ‘waarheid’ zowel in taal als gemeenschap zul je het met mij eens moeten zijn dat je ‘wetenschap’  op dezelfde merites zult moeten analyseren en beoordelen, want in de gemeenschap waarin wij leven is, of laat ik specifieker zijn, de wereld waarin de atheïsten leven fungeert ‘wetenschap’ als representant van de waarheid. Bespaar mij op dit punt al je relativistische opmerkingen, ik ben relativist.

Waar het mij omgaat is dat als je als atheïst geen boedelscheiding maakt tussen het kenbare en onkenbare, tussen wat wel en niet uitgesproken kan je je nog steeds schuldig maakt aan drogredenen waardoor het religieuze denken in het atheïsme voort blijft bestaan waardoor religieus denken zelf nog steeds als ‘bindmiddel’ de gemeenschap bepaald, dit via de weg van DÉ wetenschap, terwijl we zouden moeten over wetenschap. Welke signaalwoorden bevestigen mijn analyse? Die van autoriteit, kennis en deskundigheid. Wetenschap functioneert op dezelfde wijze in deze gemeenschap als God of Allah in religieuze samenlevingen. Ik denk dat iemand als Bruno Latour terecht heeft opgemerkt dat de technologie zo snel is gegaan dat we niet meer in staat zijn de wereld nog te begrijpen. Mijn inziens heeft de wetenschap een nieuwe politiek nodig, maar eveneens heeft heet de politiek een nieuwe wetenschap nodig. Omdat ik de stelling van diezelfde Bruno Latour onderschrijf dat moderniteit een illusie is waarin de scheiding tussen politiek en wetenschap scheidslijnen zijn die niet bestaan, sta ik voor een dilemma.

Wetenschap kan een nog groter gevaar vormen voor een gemeenschap als religie, heeft een atheïst eigenlijk wel oog voor de goden die hijzelf creëert? 

Met vriendelijke groet,

Richard van Emmerik

 

Reactie:

Beste Richard,

Ik weet niet of ik uw betoog helemaal kan volgen. Ik zie atheïsme niet als een voortzetting van religie, maar als een reactie daarop: zonder religie geen atheïsme.Ik ben ook geen waarheidsrelativist, integendeel! Wetenschap heeft de rol van kennisbron inderdaad overgenomen van godsdiensten, maar dat lijkt mij terecht: wetenschap levert ons daadwerkleijk betrouwbare, zij het geen onfeilbare, kennis op en religie niet.

Met vriendelijke groet,

Bart Klink

 

Wie zijn er online?

We hebben 181 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Andrries van DantzigAndries van Dantzig, psychiater, emeritus hoogleraar psychotherapie aan de Universiteit van Amsterdam.

Citaat

Herakleitos (ca. 500 v.c.) zegt: “de mensen die slapen hebben elk hun eigen wereld, de mensen die wakker zijn hebben een gemeenschappelijke wereld”. Individuele mensen beleven in hun slaap een droomwereld waarin elk zijn eigen waarheden heeft en zijn eigen belevenissen. Zodra men wakker wordt, stelt men vast dat het een begoocheling was, wat blijkt uit het feit dat de andere mensen iets anders hebben beleefd. Maar als ze wakker zijn, worden ze geconfronteerd met dezelfde zon, dezelfde huizen, dezelfde bomen, en dezelfde mensen. In de mythen beleven afzonderlijke volkeren een eigen wereld met goden, geesten, bovennatuurlijke krachten, pratende dieren, enzovoort. Bij onderling contact stellen ze vast dat de anderen totaal andere mythen hebben; het zijn als het ware groepsdromen. In de openbaringsgodsdiensten blijkt dat de aanspraak op universaliteit niet kan worden waargemaakt. We kennen een aantal wereldgodsdiensten, die allen beweren de waarheid te hebben, terwijl een gemeenschappelijke waarheid ontbreekt.

~ Etienne Vermeersch

Richard van Emmerik schreef op 14 oktober 2018:

Dag Bart Klink,

In plaats van atheïst noem ik mijzelf liever niet-religieus vanuit de overweging dat atheïsme uiteindelijk een voortzetting is van religie, iets wat niet eens zo moeilijk te onderbouwen is omdat wetenschap een voortzetting is van de Verlichting waarin vooral ideologische aspecten tegen het religieus scepticisme een rol hebben gespeeld. Terecht heeft Wittgenstein opgemerkt dat over de grens van de kenbaarheid we in het onzegbare belanden. Ik kan je een simpele taal analyse geven over het woord ‘niets’ geven om te laten zien dat we hier iets uitspreken dat niet uitgesproken kan worden, simpelweg omdat we te maken hebben met het feit dat er niet naar de referent verwezen kan worden. Atheïsme is een voortzetting van het religieuze denken, willen we voorkomen dat we nieuwe Goden creëren dienen we te kijken naar hoe een woord als God of Allah in taal en gemeenschap functioneert. Als representanten van de ‘waarheid’ zowel in taal als gemeenschap zul je het met mij eens moeten zijn dat je ‘wetenschap’  op dezelfde merites zult moeten analyseren en beoordelen, want in de gemeenschap waarin wij leven is, of laat ik specifieker zijn, de wereld waarin de atheïsten leven fungeert ‘wetenschap’ als representant van de waarheid. Bespaar mij op dit punt al je relativistische opmerkingen, ik ben relativist.

Waar het mij omgaat is dat als je als atheïst geen boedelscheiding maakt tussen het kenbare en onkenbare, tussen wat wel en niet uitgesproken kan je je nog steeds schuldig maakt aan drogredenen waardoor het religieuze denken in het atheïsme voort blijft bestaan waardoor religieus denken zelf nog steeds als ‘bindmiddel’ de gemeenschap bepaald, dit via de weg van DÉ wetenschap, terwijl we zouden moeten over wetenschap. Welke signaalwoorden bevestigen mijn analyse? Die van autoriteit, kennis en deskundigheid. Wetenschap functioneert op dezelfde wijze in deze gemeenschap als God of Allah in religieuze samenlevingen. Ik denk dat iemand als Bruno Latour terecht heeft opgemerkt dat de technologie zo snel is gegaan dat we niet meer in staat zijn de wereld nog te begrijpen. Mijn inziens heeft de wetenschap een nieuwe politiek nodig, maar eveneens heeft heet de politiek een nieuwe wetenschap nodig. Omdat ik de stelling van diezelfde Bruno Latour onderschrijf dat moderniteit een illusie is waarin de scheiding tussen politiek en wetenschap scheidslijnen zijn die niet bestaan, sta ik voor een dilemma.

Wetenschap kan een nog groter gevaar vormen voor een gemeenschap als religie, heeft een atheïst eigenlijk wel oog voor de goden die hijzelf creëert? 

Met vriendelijke groet,

Richard van Emmerik

 

Reactie:

Beste Richard,

Ik weet niet of ik uw betoog helemaal kan volgen. Ik zie atheïsme niet als een voortzetting van religie, maar als een reactie daarop: zonder religie geen atheïsme.Ik ben ook geen waarheidsrelativist, integendeel! Wetenschap heeft de rol van kennisbron inderdaad overgenomen van godsdiensten, maar dat lijkt mij terecht: wetenschap levert ons daadwerkleijk betrouwbare, zij het geen onfeilbare, kennis op en religie niet.

Met vriendelijke groet,

Bart Klink

Wie zijn er online?

We hebben 181 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Andrries van DantzigAndries van Dantzig, psychiater, emeritus hoogleraar psychotherapie aan de Universiteit van Amsterdam.

Citaat

Herakleitos (ca. 500 v.c.) zegt: “de mensen die slapen hebben elk hun eigen wereld, de mensen die wakker zijn hebben een gemeenschappelijke wereld”. Individuele mensen beleven in hun slaap een droomwereld waarin elk zijn eigen waarheden heeft en zijn eigen belevenissen. Zodra men wakker wordt, stelt men vast dat het een begoocheling was, wat blijkt uit het feit dat de andere mensen iets anders hebben beleefd. Maar als ze wakker zijn, worden ze geconfronteerd met dezelfde zon, dezelfde huizen, dezelfde bomen, en dezelfde mensen. In de mythen beleven afzonderlijke volkeren een eigen wereld met goden, geesten, bovennatuurlijke krachten, pratende dieren, enzovoort. Bij onderling contact stellen ze vast dat de anderen totaal andere mythen hebben; het zijn als het ware groepsdromen. In de openbaringsgodsdiensten blijkt dat de aanspraak op universaliteit niet kan worden waargemaakt. We kennen een aantal wereldgodsdiensten, die allen beweren de waarheid te hebben, terwijl een gemeenschappelijke waarheid ontbreekt.

~ Etienne Vermeersch