Jaap schreef op 16 mei 2012:

Ik heb met aandacht gelezen hoe Jezus niet de persoon kan zijn waar Jesaja 53 het  over heeft. Wat ik me nu wel afvraag is over wie hij het dan wel heeft. Hij heeft het duidelijk over iemand die nog moet komen. Het onderuithalen van jesaja is 1 ding, nu nog de uitleg wat hij dan wel bedoelt anders blijven we gissen.

Bij voorbaat vriendelijk dank.

gr. jaap

 

Reactie:

Beste Jaap, 

Waaruit maakt u op dat het om iemand gaat die nog moet komen? De tekst is immers in de verleden tijd geschreven. De dienaar waar deze passage over gaat, wordt door de meeste experts gezien als het Joodse volk. 

Met vriendelijke groet,

Bart Klink 

 

Wie zijn er online?

We hebben 74 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Jeroen KrabbeJeroen Krabbé, acteur, filmregisseur en schilder.

Citaat

Waarom zou ik bang zijn voor de tijd dat ik er niet meer ben? Ik ben toch ook niet bang voor de tijd dat ik er nog niet was?

~ Lucretius

Jaap schreef op 16 mei 2012:

Ik heb met aandacht gelezen hoe Jezus niet de persoon kan zijn waar Jesaja 53 het  over heeft. Wat ik me nu wel afvraag is over wie hij het dan wel heeft. Hij heeft het duidelijk over iemand die nog moet komen. Het onderuithalen van jesaja is 1 ding, nu nog de uitleg wat hij dan wel bedoelt anders blijven we gissen.

Bij voorbaat vriendelijk dank.

gr. jaap

 

Reactie:

Beste Jaap, 

Waaruit maakt u op dat het om iemand gaat die nog moet komen? De tekst is immers in de verleden tijd geschreven. De dienaar waar deze passage over gaat, wordt door de meeste experts gezien als het Joodse volk. 

Met vriendelijke groet,

Bart Klink 

Wie zijn er online?

We hebben 74 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Jeroen KrabbeJeroen Krabbé, acteur, filmregisseur en schilder.

Citaat

Waarom zou ik bang zijn voor de tijd dat ik er niet meer ben? Ik ben toch ook niet bang voor de tijd dat ik er nog niet was?

~ Lucretius