Mijn naam is Bart Klink, geboren (1984) en getogen in Apeldoorn, maar ik woon nu in Overveen. Ik heb Bewegingstechnologie aan de Haagse Hogeschool en Bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam gestudeerd en werk nu als docent.
Hieronder volgt een beknopte religieuze autobiografie waarin ik kort vertel hoe ik van het christelijk geloof ben afgestapt. Daarop volgt een brief die ik aan de gelovige richt. In die brief probeer ik uit te leggen hoe ik nu tegen het geloof aankijk.
Mijn religieuze biografie
Ik ben gelovig (hervormd) opgevoed. Mijn ouders waren beiden gelovig en de vader van mijn moeder was hervormd predikant. Tevens heb ik op een christelijke basisschool gezeten en moest ik bijna elke zondag naar de kerk. Uiteraard werd er uitgebreid aandacht besteed aan de jaarlijkse feestdagen en werd ik elk jaar geconfronteerd met de nodige christelijke toneelstukken in de kerk en op school. Het christelijk geloof werd mij dus met de paplepel ingegoten.
Toch had ik op jonge leeftijd al de nodige vraagtekens bij de wonderlijke verhalen uit de Bijbel. Hoe kon Jona nou in de buik van een walvis (of een grote vis) overleven? Hoe kon de zee gesplitst worden bij de uittocht uit Egypte? Hoe kan iemand opstaan uit de dood? Ook fascineerden mij als klein kind dinosauriërs gigantisch. Ik begon me reeds op jonge leeftijd te verdiepen in deze fascinerende prehistorische dieren en kon dit moeilijk rijmen met het Bijbelse scheppingsverhaal.
Op latere leeftijd ben ik me meer bewust gaan worden van het geloof en heb ik er echt zelf voor gekozen. Ik ging vrijwillig mee naar diensten en las naast de Bijbel wat andere boeken over het christelijk geloof. Ik ben toen zelfs nog een tijdje creationist geweest. Ook heb ik vele preken gelezen van mijn opa, die toen inmiddels met emeritaat was, en met hem over vele aspecten van het geloof gepraat. Het geloof gaf mij een beschermend, troostend en vertrouwd gevoel. Hier heb ik veel aan gehad, zeker in de moeilijkere perioden van mijn leven. Ik besef dus heel goed wat geloof voor mensen kan betekenen en begrijp ook wat gelovigen bedoelen met het ervaren van hun god. Ik weet dat die ervaring, zeker in moeilijke tijden, heel intens en troostgevend kan zijn. Ik had de antwoorden op de vragen die ik als klein kind stelde niet meer nodig.
Toch begon, ik denk ongeveer halverwege mijn 18e levensjaar, het geloof steeds meer aan mijn intellectuele integriteit te knagen. Ik begon me steeds meer te verdiepen in geloof, filosofie en wetenschap. Ik had op internet enkele teksten van Etienne Vermeersch gelezen en actief deelgenomen aan discussies op internet. Ook kwam ik op internet pagina's tegen die kanten van de Bijbel lieten zien waarvan ik nog nooit eerder had gehoord. Ik las over een God die massamoorden pleegde, aanzette tot steniging en moord op kinderen. Hoe kan een algoede en liefdevolle God dit in vredesnaam doen? Ook begon ik me steeds meer te verdiepen in de wetenschap en nam actief deel aan de evolutie-creatie-discussie. Op een gegeven moment besloot ik het geloof in God af te zweren. Dit ging gepaard met een behoorlijke emotionele worsteling. Het geloof had een behoorlijk prominente rol gespeeld in mijn leven tot dan toe en het gaf dan ook een behoorlijke schok toen ik besefte dat het allemaal om niets ging. Ik denk dat die overgang in een keer te groot was geweest.
Met de nodige vraagtekens ben ik toen toch weer gaan geloven. Ik had wat esoterische en new-ageboeken gelezen en begon hier steeds meer affiniteit mee te krijgen. Een boek als Een ongewoon gesprek met God van Neale Donald Walsch sprak mij erg aan. Het geloof dat ik toen had, leek een antwoord te geven op al mijn vragen en in mijn enthousiasme verloor ik elke scepsis. Op het moment dat mijn enthousiasme wat overging en ik weer kritische begon na te denken, begon ook dit geloof weer aan mijn intellectuele integriteit te knagen. Ik las op internet over naturalistische verklaringen van zogenaamde 'bijna-doodervaringen', mystieke ervaringen, het ervaren van god en andere aspecten van het bewustzijn. Deze waren veel overtuigender, logischer en exacter dan wat ik tot dan toe had gelezen in religieuze boeken. Ook begon ik me steeds meer te verdiepen in het ontstaan en de evolutie van godsdienst en het geloof in het bovennatuurlijke. Hierbij richtte ik mijn aandacht in het bijzonder op het ontstaan van het christendom en op de historische Jezus. Ook hier weer kwam ik tot de ontdekking dat de vork heel anders in de steel zat dan wat ik tot nu toe altijd had gedacht en wat de christelijke kerk mij leerde. Tevens begon ik me meer te verdiepen in de filosofische aspecten van het geloof. Ik las kritiek op de vele godsbewijzen en vond die steeds overtuigender worden. Dit heeft er uiteindelijk tot geleid dat ik voor de tweede keer van mijn geloof ben afgestapt. Deze keer ging echter een stuk geleidelijker dan de eerste keer en was beter overwogen. Ik had hier dan ook een stuk minder moeite mee.
Deze keer ging niet gepaard met een emotionele schok, in tegendeel zelfs: ik ervaarde het als een 'persoonlijke Verlichting'. Ineens vielen er zo veel dingen op de plek, wat mij gigantisch opluchtte. De vele vragen die mij als gelovige niet loslieten, vielen als een last van mijn schouders. Ik raakte steeds meer gefascineerd door filosofie en wetenschap en begon me hier steeds meer in te verdiepen. Het bleek een wereld te zijn die veel wonderbaarlijker, uitdagender, logischer, intellectueler en volwassener was dan ik ooit had gedacht!
Aan de gelovige
Je zult na het lezen van mijn site mij misschien verwijten dat ik alles te rationeel benader. Ik begrijp wat je hiermee bedoelt te zeggen. Je wordt gedreven door je gevoel op een niveau waar je verstand niet bij kan. Argumenteren is dan ook zinloos en onnodig, omdat het een gevoel betreft.
Ik denk dat iedereen dit gevoel enigszins heeft, het is menseigen. Dit gevoel kun je ervaren in een kerkdienst, met het lezen van een mooi stuk uit de Bijbel of een ander religieus boek, tijdens het bidden, enzovoort. Christenen noemen dit te zijn aangeraakt door God (via de Heilige Geest) of 'weten' dat Hij bestaat, en zien dit als een persoonlijke band met God. Zoals ik al zei, heeft iedereen dit gevoel, alleen is de invulling van dat gevoel individueel verschillend. Die invulling wordt hoofdzakelijk bepaald door je ouders, je cultuur en de tijd waarin je leeft. Ook ik, als ex-christen, ken dit gevoel, en kan ervan genieten.
Doordat de ervaring van dat gevoel menseigen is, zijn er zo ontzettend veel gelovigen in de wereld. Ik denk dat als jij in bijvoorbeeld Iran was geboren en een islamitische opvoeding had gehad, je dit gevoel zou toeschrijven aan Allah. Door de vele verschillende culturen en opvoedingen zijn er zo veel verschillende godsdiensten en levensovertuigingen. Doordat elke gelovige dat oprechte gevoel heeft, en dit toeschrijft aan 'zijn god', is hij of zij heilig overtuigd van het bestaan van zijn of haar god. Dit kom je tegen in elke godsdienst. Doordat gelovigen dit gevoel hebben, heeft het ook geen zin om hen proberen te overtuigen van een ander geloof of levensovertuiging. Het veranderen van geloof of levensovertuiging van een standvastige gelovige gebeurt dan ook zelden, omdat het gevoel dat hij of zij ervaart oprecht is, en niet (wetenschappelijk) te weerleggen. Ik denk dat het gevoel bij elke gelovige nagenoeg hetzelfde is, alleen de invulling ervan verschillend. Je kunt dit vergelijken met het volgende. Een jongen zegt: mijn meisje is het liefste meisje van de wereld! Dat hoeft rationeel niet waar te zijn, hij kent immers niet alle meisjes. Toch is het waar in zijn verhouding tot haar.
Over dat gevoel valt mijns inziens niet te twisten, dat is waar en oprecht, evenals het gevoel dat je kunt hebben voor je partner. Ik denk alleen dat de invulling van dit gevoel, bijvoorbeeld door het christendom of de islam, niet het 'enige' of 'ware' kan zijn. Deze invulling valt wel binnen de rede, en daarom valt daarover te argumenteren. Sinds ik dit ben gaan doen, ben ik tot de conclusie gekomen dat er geen enkele reden is waarom de christelijke God de enige ware zou zijn. Kortom: het gevoel is oprecht en waar, alleen de invulling ervan niet.
Ik denk dat veel gelovigen ergens wel inzien dat hun geloof onmogelijk het enige ware kan zijn. Toch is het gevoel (dat zij als het bewijs voor het bestaan van 'hun' god zien) zo sterk dat ze de rationele kritiek voor lief nemen. Liefde maakt immers blind! Ik denk dat gelovigen bang zijn dat ze dit heerlijke gevoel zullen verliezen als ze van 'hun' geloof af zullen stappen. Hier was ik, als ex-christen, ook bang voor. Daarom heb ik de rationele kritiek voor lief genomen, en ben blijven geloven.
Toch is dit aan mij blijven knagen. Uiteindelijk heeft mijn rationele kant overwonnen en ben ik van het geloof afgestapt. Ik had verwacht in een diep gat te zullen vallen (waar vele gelovigen voor vrezen denk ik). Toen heb ik ontdekt dat dit geweldige gevoel ook in zoveel andere dingen is te vinden buiten het geloof om. Denk aan mooie natuur, muziek, gedichten, wetenschap, filosofie, de relaties met vrienden of een partner. Ik had het geloof helemaal niet nodig om dat geweldige intense en warme gevoel te ervaren! Het geloof had mij wel een aantal (intellectuele) beperkingen opgelegd, die ik nu niet meer heb. Het afstappen van mijn geloof was dan ook enigszins een (intellectuele) bevrijding. Ik kan nu volop genieten van het leven, zonder de beperkingen van het geloof, en mét dat geweldige gevoel. Is de natuur niet evenzo adembenemend door je voor te stellen dat het allemaal op eigen kracht is ontwikkeld? Is liefde niet evenzo mooi door je voor te stellen dat het 'slechts' biochemische processen in je hersenen zijn? Heb je God nodig om te kunnen genieten van het leven?
Ik kan me goed voorstellen dat geloof troost kan brengen in moeilijke situaties. De natuur is immers meedogenloos onverschillig: de één krijgt kanker, de ander niet, het ene kind wordt geboren met een afwijking, het andere niet. Als mensen ellende overkomt, stellen ze al gauw de vraag: waarom? Waarom moet mij dit overkomen? Dit zijn lastige vragen, ook voor vele gelovigen. Sommigen zullen dit zien als de wil van God of zullen de zondeval hier bij halen. Ik denk dat er simpelweg geen antwoord is op die vraag, het is een onzinnige vraag om te stellen. De natuur kent geen redenen noch een doel, zij is en werkt gewoon.
Ik kan me goed voorstellen dat je als gelovige dan veel aan je geloof hebt, je kunt God dan intens ervaren, Hem dicht bij je voelen (ik heb dit ook zelf meegemaakt). Toch is ook dit zonder God te verklaren, het heeft te maken met bepaalde processen in je hersenen die voor dat intense gevoel zorgen. Als ongelovige zul je op andere manieren troost moeten zoeken. Dit kan heel goed bij familie, vrienden, andere naasten of door met jezelf te worstelen. Ook kunnen medicijnen (tijdelijk) uitkomst bieden.
Niemand kan je vertellen wat je moet denken.
Niet je leraren.
Niet je ouders
Niet je dominee, priester of rabbi.
Niet je vrienden of familieleden
Niet deze website.
Je bent de baas van je eigen gedachten!
Als je zelf hebt nagedacht over wat waarheid is kun je trots zijn.
Je gedachten zijn vrij!
(Het bovenstaande komt deels uit een citaat van Dan Barker)
Tot slot
Ik wil mijn moeder, die nu ook niet meer gelovig is, bedanken voor het respecteren van mijn afvalligheid.
Ook wil ik mijn opa en Wim bedanken voor de vele gesprekken over geloof die ik met hen heb gevoerd.
Tot slot wil ik Etienne Vermeersch, Herman Philipse en vele andere atheïsten bedanken. Hun teksten hebben mij kritisch leren kijken naar mijn geloofsovertuiging, waar ik na een goed overwogen keuze vanaf ben gestapt.
Ik heb mijn persoonlijke verlichting als iets geweldigs ervaren en dat is iets wat ik iedereen gun!