In de Engelstalige blogwereld is een interessante discussie gaande over wat wetenschapsorganisaties zeggen over de verhouding tussen wetenschap en religie, en in het bijzonder evolutie en christendom. Amerikaanse organisaties als de National Academy of Sciences (NAS) en de National Center for Science Education (NCSE) beweren dat evolutie en christendom (en wetenschap en religie in het algemeen) prima samengaan. Bioloog Jerry Coyne schreef hierover een stuk op zijn blog waarin hij dit bekritiseerde en beargumenteerde dat dergelijke organisaties zich moeten onthouden van dit soort uitspraken. Atheïsten als bioloog PZ Myers, filosoof Russell Blackford en biochemicus Larry Morgan sloten zich bij Coyne aan. Daarop volgde een reactie van Richard Hoppe, ook een atheïst, die in het verweer kwam tegen deze kritiek. PZ Myers en een aantal anderen repliceerden Hoppe, die daar weer op dupliceerde, waarbij hij deels inbond. PZ Myers reageerde daar weer op, wat de discussie tot een soort van einde bracht, al wordt er hier en daar nog steeds over geblogd.

Dit is een interessante discussie omdat het om een belangrijke vraag gaat, zeker in de VS: moeten wetenschappelijke organisaties uitspraken doen over de relatie tussen wetenschap, evolutie in het bijzonder, en religie?

Over de verzoenbaarheid van wetenschap en religie zijn grosso modo drie standpunten:

  1. Wetenschap en religie gaan niet samen en wetenschap trekt aan het kortste eind. Veel orthodoxere gelovigen, die veelal creationist zijn, kiezen voor dit standpunt. Soms beweren ze dat hun opvattingen wetenschappelijk onderbouwd zijn, maar de wetenschapswereld weet wel beter.
  2. Wetenschap en religie gaan niet samen en religie trek aan het kortste eind. Veel atheïstische wetenschappers en filosofen huldigen deze opvatting. Bekend zijn Richard Dawkins en in ons eigen land Herman Philipse. Ik reken mijzelf ook hiertoe.
  3. Wetenschap en religie gaan prima samen, ze hebben beide hun eigen domein waarover ze uitspraken doen of hebben beide hun eigen kijk op de werkelijkheid. Veel theïstische wetenschappers en theologen staan hier. Bekend zijn wetenschappers als Kenneth Miller en Cees Dekker en theologen John Haught en in ons land Taede Smedes.

Standpunt 1) is antiwetenschappelijk, maar 2) en 3) beide niet. Een wetenschapsorganisatie kan dus nooit achter 1) staan, maar hoe zit het met 2) en 3)? Amerikaanse wetenschapsorganisaties kiezen veelal voor 3), zoals hieronder zal blijken, maar moeten wetenschapsorganisaties hierover überhaupt uitspraken doen?

Laten we eens kijken naar wat Amerikaanse wetenschapsorganisaties hierover schrijven. De NAS schrijft hierover:

"Acceptance of the evidence for evolution can be compatible with religious faith. Today, many religious denominations accept that biological evolution has produced the diversity of living things over billions of years of Earth’s history. Many have issued statements observing that evolution and the tenets of their faiths are compatible. Scientists and theologians have written eloquently about their awe and wonder at the history of the universe and of life on this planet, explaining that they see no conflict between their faith in God and the evidence for evolution. Religious denominations that do not accept the occurrence of evolution tend to be those that believe in strictly literal interpretations of religious texts."

en in dit document:

"Can a person believe in God and still accept evolution? Many do. Most religions of the world do not have any direct conflict with the idea of evolution. Within the Judeo-Christian religions, many people believe that God works through the process of evolution. That is, God has created both a world that is ever-changing and a mechanism through which creatures can adapt to environmental change over time. At the root of the apparent conflict between some religions and evolution is a misunderstanding of the critical difference between religious and scientific ways of knowing. Religions and science answer different questions about the world. Whether there is a purpose to the universe or a purpose for human existence are not questions for science. Religious and scientific ways of knowing have played, and will continue to play, significant roles in human history. No one way of knowing can provide all of the answers to the questions that humans ask. Consequently, many people, including many scientists, hold strong religious beliefs and simultaneously accept the occurrence of evolution."

Ze vermelden dat evolutie en geloof compatibel kunnen zijn en dat dit voor velen ook zo is –wat natuurlijk waar is-, maar niet ook dat ze dat volgen velen niet zijn. Ook blijkt de acceptatie van evolutie door wereldreligies vaak in de praktijk nogal tegen te vallen, getuige de enquêtes over acceptatie van evolutie onder gelovigen. De relatie tussen wetenschap en religie wordt als een “ogenschijnlijk conflict” (“apparent conflict”) voorgesteld, terwijl het volgens velen gaat om een reëel conflict. Ook wordt er gesteld dat religie een manier van kennisverwerving is (religious way of knowing), wat een theologisch/filosofische uitspraak is die op z’n minst discutabel is.

Ook de NCSE is een dergelijk opvatting toegedaan. Deze organisatie heeft als doel onderwijs in evolutie te ondersteunen en te verbeteren. Ze spelen tevens een belangrijke rol in de strijd tegen het creationisme, tot in de rechtszaal aan toe. Dat doen ze uitstekend en daarvoor verdienen ze alle lof. Maar ook zij kiezen expliciet voor standpunt 3), zoals hieruit blijkt:

"In public discussions of evolution and creationism, we are sometimes told that we must choose between belief in creation and acceptance of the theory of evolution, between religion and science. But is this a fair demand? Must I choose only one or the other, or can I both believe in God and accept evolution? Can I both accept what science teaches and engage in religious belief and practice? This is a complex issue, but theologians, clergy, and members of many religious traditions have concluded that the answer is, unequivocally, yes."

En velen concluderen ook unequivocally no, maar dat wordt niet vermeld. Ook de boeken die de NSCE over deze kwestie aanraadt, bevat wel boeken die evolutie en geloof proberen te verzoenen (van auteurs als Collins, Haught en Polkinghorne), maar geen boeken van auteurs die menen dat ze strijdig zijn (zoals Dawkins, Dennett en Grayling).

Voor zover ik weet heeft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) geen officieel standpunt over wetenschap en religie, al hebben ze er debatten over georganiseerd (wat mij overigens prima lijkt). Wel heeft voormalig president van de KNAW Pieter Drenth een opiniestuk geschreven waarin hij standpunt 3) kiest, maar dit deed hij op persoonlijke titel.

Wat mijn inziens cruciaal is in deze kwestie, is om te beseffen dat zowel standpunt 2) als 3) filosofische posities zijn, en geen wetenschappelijke. Het standpunt dat wetenschap en religie prima samengaan, wordt vaak voorgesteld als een wetenschappelijk neutrale positie, maar dat is het niet. Het is überhaupt geen wetenschappelijke positie. Het is dan ook onjuist dat wetenschapsorganisaties expliciet een filosofisch positie innemen door voor standpunt 3) te kiezen. Daarnaast geven ze een vertekend beeld door wel wetenschappers aan te halen die het compatibiliteitsstandpunt verdedigen, maar niet die het conflictstandpunt verdedigen. Daar komt nog bij dat er onder topwetenschappers veel meer atheïsten dan gelovigen zijn. Vooral onder topevolutiebiologen zijn bijzonder weinig gelovigen en bijna niemand van hen denkt dat evolutie en religie een harmonieuze relatie hebben. Dit wijst op een negatieve correlatie tussen acceptatie van wetenschap (en evolutie in het bijzonder) en acceptatie van geloof, in tegenstelling tot wat de aangehaalde wetenschapsorganisaties willen doen geloven.

Wat zouden ze dan wel moeten doen? Moeten ze dan standpunt 2) kiezen? Nee, ze moeten geen standpunt in dezen kiezen, en dat is ook wat Coyne en de zijnen voorstellen. Wetenschapsorganisaties moeten uitspraken doen over wetenschap, niet over theologie en filosofie. Mensen die worstelen met deze kwestie kunnen ze verwijzen naar geestelijken of filosofen. Als ze toch een antwoord willen geven op de vraag naar de compatibiliteit tussen religie en wetenschap, dan moeten ze ook zo eerlijk zijn om te wijzen op het feit dat vele wetenschappers menen dat ze niet verenigbaar zijn.

In het onderwijs doet een dergelijke situatie zich voor. Wat moet je als docent met deze kwestie in de wetenschapslessen? Wat moet je met een student die zegt dat wat jij onderwijst strijdig is met zijn religieuze overtuigingen? Ik heb dit zelf meegemaakt en denk dat het juiste antwoord hetzelfde is als hierboven: in wetenschapslessen doe je uitspraken over wetenschap, niet over filosofie en theologie. Als je het tijdens de lessen wilt benoemen, geef dan aan dat verschillende mensen daar verschillend over denken, zonder zelf een bepaald standpunt daarover in te nemen of de discussie aan te gaan. Natuurlijk kun je buiten de lessen daarover prima discussiëren en je eigen mening daarover vertellen, zo lang maar duidelijk blijft dat dit filosofische/theologische uitspraken zijn, en geen wetenschappelijke. Tijdens filosofie-, levensbeschouwing- of godsdienstlessen ligt dat natuurlijk anders, dat zijn de ideale gelegenheden om dit soort kwesties te bespreken en te bediscussiëren.

 

Wie zijn er online?

We hebben 164 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Peter SingerPeter Singer, filosoof en hoogleraar bioethiek aan de Princeton University.

Citaat

The kindly God who lovingly fashioned each and every one of us and sprinkled the sky with shining stars for our delight -- that God is, like Santa Claus, a myth of childhood, not anything a sane, undeluded adult could literally believe in. That God must either be turned into a symbol for something less concrete or abandoned altogether.

~ Daniel C. Dennett

In de Engelstalige blogwereld is een interessante discussie gaande over wat wetenschapsorganisaties zeggen over de verhouding tussen wetenschap en religie, en in het bijzonder evolutie en christendom. Amerikaanse organisaties als de National Academy of Sciences (NAS) en de National Center for Science Education (NCSE) beweren dat evolutie en christendom (en wetenschap en religie in het algemeen) prima samengaan. Bioloog Jerry Coyne schreef hierover een stuk op zijn blog waarin hij dit bekritiseerde en beargumenteerde dat dergelijke organisaties zich moeten onthouden van dit soort uitspraken. Atheïsten als bioloog PZ Myers, filosoof Russell Blackford en biochemicus Larry Morgan sloten zich bij Coyne aan. Daarop volgde een reactie van Richard Hoppe, ook een atheïst, die in het verweer kwam tegen deze kritiek. PZ Myers en een aantal anderen repliceerden Hoppe, die daar weer op dupliceerde, waarbij hij deels inbond. PZ Myers reageerde daar weer op, wat de discussie tot een soort van einde bracht, al wordt er hier en daar nog steeds over geblogd.

Dit is een interessante discussie omdat het om een belangrijke vraag gaat, zeker in de VS: moeten wetenschappelijke organisaties uitspraken doen over de relatie tussen wetenschap, evolutie in het bijzonder, en religie?

Over de verzoenbaarheid van wetenschap en religie zijn grosso modo drie standpunten:

  1. Wetenschap en religie gaan niet samen en wetenschap trekt aan het kortste eind. Veel orthodoxere gelovigen, die veelal creationist zijn, kiezen voor dit standpunt. Soms beweren ze dat hun opvattingen wetenschappelijk onderbouwd zijn, maar de wetenschapswereld weet wel beter.
  2. Wetenschap en religie gaan niet samen en religie trek aan het kortste eind. Veel atheïstische wetenschappers en filosofen huldigen deze opvatting. Bekend zijn Richard Dawkins en in ons eigen land Herman Philipse. Ik reken mijzelf ook hiertoe.
  3. Wetenschap en religie gaan prima samen, ze hebben beide hun eigen domein waarover ze uitspraken doen of hebben beide hun eigen kijk op de werkelijkheid. Veel theïstische wetenschappers en theologen staan hier. Bekend zijn wetenschappers als Kenneth Miller en Cees Dekker en theologen John Haught en in ons land Taede Smedes.

Standpunt 1) is antiwetenschappelijk, maar 2) en 3) beide niet. Een wetenschapsorganisatie kan dus nooit achter 1) staan, maar hoe zit het met 2) en 3)? Amerikaanse wetenschapsorganisaties kiezen veelal voor 3), zoals hieronder zal blijken, maar moeten wetenschapsorganisaties hierover überhaupt uitspraken doen?

Laten we eens kijken naar wat Amerikaanse wetenschapsorganisaties hierover schrijven. De NAS schrijft hierover:

"Acceptance of the evidence for evolution can be compatible with religious faith. Today, many religious denominations accept that biological evolution has produced the diversity of living things over billions of years of Earth’s history. Many have issued statements observing that evolution and the tenets of their faiths are compatible. Scientists and theologians have written eloquently about their awe and wonder at the history of the universe and of life on this planet, explaining that they see no conflict between their faith in God and the evidence for evolution. Religious denominations that do not accept the occurrence of evolution tend to be those that believe in strictly literal interpretations of religious texts."

en in dit document:

"Can a person believe in God and still accept evolution? Many do. Most religions of the world do not have any direct conflict with the idea of evolution. Within the Judeo-Christian religions, many people believe that God works through the process of evolution. That is, God has created both a world that is ever-changing and a mechanism through which creatures can adapt to environmental change over time. At the root of the apparent conflict between some religions and evolution is a misunderstanding of the critical difference between religious and scientific ways of knowing. Religions and science answer different questions about the world. Whether there is a purpose to the universe or a purpose for human existence are not questions for science. Religious and scientific ways of knowing have played, and will continue to play, significant roles in human history. No one way of knowing can provide all of the answers to the questions that humans ask. Consequently, many people, including many scientists, hold strong religious beliefs and simultaneously accept the occurrence of evolution."

Ze vermelden dat evolutie en geloof compatibel kunnen zijn en dat dit voor velen ook zo is –wat natuurlijk waar is-, maar niet ook dat ze dat volgen velen niet zijn. Ook blijkt de acceptatie van evolutie door wereldreligies vaak in de praktijk nogal tegen te vallen, getuige de enquêtes over acceptatie van evolutie onder gelovigen. De relatie tussen wetenschap en religie wordt als een “ogenschijnlijk conflict” (“apparent conflict”) voorgesteld, terwijl het volgens velen gaat om een reëel conflict. Ook wordt er gesteld dat religie een manier van kennisverwerving is (religious way of knowing), wat een theologisch/filosofische uitspraak is die op z’n minst discutabel is.

Ook de NCSE is een dergelijk opvatting toegedaan. Deze organisatie heeft als doel onderwijs in evolutie te ondersteunen en te verbeteren. Ze spelen tevens een belangrijke rol in de strijd tegen het creationisme, tot in de rechtszaal aan toe. Dat doen ze uitstekend en daarvoor verdienen ze alle lof. Maar ook zij kiezen expliciet voor standpunt 3), zoals hieruit blijkt:

"In public discussions of evolution and creationism, we are sometimes told that we must choose between belief in creation and acceptance of the theory of evolution, between religion and science. But is this a fair demand? Must I choose only one or the other, or can I both believe in God and accept evolution? Can I both accept what science teaches and engage in religious belief and practice? This is a complex issue, but theologians, clergy, and members of many religious traditions have concluded that the answer is, unequivocally, yes."

En velen concluderen ook unequivocally no, maar dat wordt niet vermeld. Ook de boeken die de NSCE over deze kwestie aanraadt, bevat wel boeken die evolutie en geloof proberen te verzoenen (van auteurs als Collins, Haught en Polkinghorne), maar geen boeken van auteurs die menen dat ze strijdig zijn (zoals Dawkins, Dennett en Grayling).

Voor zover ik weet heeft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) geen officieel standpunt over wetenschap en religie, al hebben ze er debatten over georganiseerd (wat mij overigens prima lijkt). Wel heeft voormalig president van de KNAW Pieter Drenth een opiniestuk geschreven waarin hij standpunt 3) kiest, maar dit deed hij op persoonlijke titel.

Wat mijn inziens cruciaal is in deze kwestie, is om te beseffen dat zowel standpunt 2) als 3) filosofische posities zijn, en geen wetenschappelijke. Het standpunt dat wetenschap en religie prima samengaan, wordt vaak voorgesteld als een wetenschappelijk neutrale positie, maar dat is het niet. Het is überhaupt geen wetenschappelijke positie. Het is dan ook onjuist dat wetenschapsorganisaties expliciet een filosofisch positie innemen door voor standpunt 3) te kiezen. Daarnaast geven ze een vertekend beeld door wel wetenschappers aan te halen die het compatibiliteitsstandpunt verdedigen, maar niet die het conflictstandpunt verdedigen. Daar komt nog bij dat er onder topwetenschappers veel meer atheïsten dan gelovigen zijn. Vooral onder topevolutiebiologen zijn bijzonder weinig gelovigen en bijna niemand van hen denkt dat evolutie en religie een harmonieuze relatie hebben. Dit wijst op een negatieve correlatie tussen acceptatie van wetenschap (en evolutie in het bijzonder) en acceptatie van geloof, in tegenstelling tot wat de aangehaalde wetenschapsorganisaties willen doen geloven.

Wat zouden ze dan wel moeten doen? Moeten ze dan standpunt 2) kiezen? Nee, ze moeten geen standpunt in dezen kiezen, en dat is ook wat Coyne en de zijnen voorstellen. Wetenschapsorganisaties moeten uitspraken doen over wetenschap, niet over theologie en filosofie. Mensen die worstelen met deze kwestie kunnen ze verwijzen naar geestelijken of filosofen. Als ze toch een antwoord willen geven op de vraag naar de compatibiliteit tussen religie en wetenschap, dan moeten ze ook zo eerlijk zijn om te wijzen op het feit dat vele wetenschappers menen dat ze niet verenigbaar zijn.

In het onderwijs doet een dergelijke situatie zich voor. Wat moet je als docent met deze kwestie in de wetenschapslessen? Wat moet je met een student die zegt dat wat jij onderwijst strijdig is met zijn religieuze overtuigingen? Ik heb dit zelf meegemaakt en denk dat het juiste antwoord hetzelfde is als hierboven: in wetenschapslessen doe je uitspraken over wetenschap, niet over filosofie en theologie. Als je het tijdens de lessen wilt benoemen, geef dan aan dat verschillende mensen daar verschillend over denken, zonder zelf een bepaald standpunt daarover in te nemen of de discussie aan te gaan. Natuurlijk kun je buiten de lessen daarover prima discussiëren en je eigen mening daarover vertellen, zo lang maar duidelijk blijft dat dit filosofische/theologische uitspraken zijn, en geen wetenschappelijke. Tijdens filosofie-, levensbeschouwing- of godsdienstlessen ligt dat natuurlijk anders, dat zijn de ideale gelegenheden om dit soort kwesties te bespreken en te bediscussiëren.

Wie zijn er online?

We hebben 164 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Peter SingerPeter Singer, filosoof en hoogleraar bioethiek aan de Princeton University.

Citaat

The kindly God who lovingly fashioned each and every one of us and sprinkled the sky with shining stars for our delight -- that God is, like Santa Claus, a myth of childhood, not anything a sane, undeluded adult could literally believe in. That God must either be turned into a symbol for something less concrete or abandoned altogether.

~ Daniel C. Dennett