Wat zou jou van je eigen ongelijk overtuigen? Dat is een vraag die ik al eindeloos vaak aan creationisten heb gesteld, maar waarop ik nog nooit een redelijk antwoord heb gekregen. Het is ook duidelijk waarom ze daar geen antwoord op kunnen geven: zij zijn ervan overtuigd dat hun opvatting een door God himself gegeven Waarheid (met hoofdletter!) is. Deze historische Waarheid van Genesis, die neerkomt op een schepping in zes dagen een paar duizend jaar geleden en een wereldwijde vloed die alleen Noach en de zijnen met hun ark overleefden, heeft God zelf zo geopenbaard en is daarmee onfeilbaar. Hierdoor zullen ze nooit kunnen accepteren dat de aarde en het universum miljarden jaren oud zijn en mensen en andere dieren gemeenschappelijke voorouders delen, welke wetenschappelijke evidentie (bewijs) ook wordt aangedragen.
Creationistische organisaties zijn hier over het algemeen ook vrij eerlijk over. Zo lezen we in de Statement of Faith van de grote creationistsiche organisatie Answers in Genesis: "The 66 books of the Bible are the written Word of God. The Bible is divinely inspired and inerrant throughout. Its assertions are factually true in all the original autographs." en "The account of origins presented in Genesis is a simple but factual presentation of actual events and therefore provides a reliable framework for scientific research into the question of the origin and history of life, mankind, the earth, and the universe." Een andere grote organisatie, het Institute for Creation Research, stelt in hun Core Principles dat de Bijbel "[is] infallible and completely authoritative on all matters with which they deal, free from error of any sort, scientific and historical as well as moral and theological" en dat "All things in the universe were created and made by God in the six literal days of the Creation Week described in Genesis 1:1-2:3, and confirmed in Exodus 20:8-11". Het staat uiteraard iedereen vrij deze geloofsovertuigingen te hebben – hoe onredelijk ook – maar met wetenschap heeft dit niets te maken. In de wetenschap is immers geen enkel idee of bron onfeilbaar. Uiteraard zijn er bepaalde feiten en theorieën (zoals de relativiteitstheorie en evolutietheorie) die dusdanig goed getoetst en bevestigd zijn, dat we ze kunnen aannemen. Dit is evenwel geen aanname op grond van geloof, maar op grond een gigantische berg ondersteunende evidentie. Zelfs deze feiten en theorieën zouden verworpen kunnen worden als er zeer overtuigende evidentie voor hun onjuistheid ontdekt wordt. De creationistische aannames daarentegen, zoals geformuleerd in hun geloofsverklaringen, zijn op niets meer gebaseerd dan hun geloof – en juist in weerwil van een gigantische berg evidentie. Hier zien we dus een fundamenteel verschil met wetenschap.
Naast het gebruik van onbetwijfelbare aannames die gebaseerd zijn op geloof, is er nog een ander punt dat creationisme onwetenschappelijk maakt. Fundamenteel in de wetenschap is dat hypothesen en theorieën empirisch getoetst kunnen worden. Dat wil zeggen dat een wetenschapper kan vertellen welke empirische (door waarneming verkregen) evidentie hem ervan zou kunnen overtuigen dat zijn hypothese onjuist is. Een goede wetenschapper doet concrete en toetsbare voorspellingen, waarbij hij aangeeft wat we wel en niet mogen verwachten als zijn hypothese juist is. Voor evolutie zijn zeer veel van dergelijke voorspellingen te maken en evolutiebiologen doen dat dagelijks, maar creationisten doen dat niet.
Creationisten lijken voorspellingen te doen als ze zeggen dat we bijvoorbeeld geen evidentie van een oude aarde mogen aantreffen en dat ook niet doen, maar als deze evidentie wel wordt aangetroffen, worden er eindeloos veel ad-hocverklaringen bedacht om maar onder de weerlegging uit te komen. Dat moet ook wel, want de Conclusie staat immers al vast. Creationisten zijn dan ook alleen geïnteresseerd in evidentie die hun overtuigingen bevestigt; evidentie die hun overtuiging weerlegt, kan per definitie niet geaccepteerd worden en wordt dus ook niet gezocht.
Een andere poging tot het beantwoorden van mijn vraag is iets in de trant van: als ik voor mijn ogen een aap in een mens zie veranderen. Nog een voorbeeld is de 'crocoduck' van Ray Comfort en Kirk Cameron, een vermeende overgangsvorm tussen krokodillen en eenden. Nog afgezien van de conceptuele verwarring en onbegrip van evolutie die uit dergelijke antwoorden blijkt, is het duidelijk dat de creationist een grote evolutionaire verandering in een zeer korte tijd zou willen zien gebeuren. Dit is uiteraard onmogelijk omdat evolutie niet zo werkt: grote veranderingen ontstaan door de opeenstapeling van kleine veranderingen gedurende een zeer lange tijd, veelal miljoenen jaren. Een ander voorbeeld is dat creationisten graag willen zien dat volstrekt nieuwe genetische informatie ontstaat. Evolutie werkt echter door het bestaande genetische materiaal te kopiëren en aan te passen, en levert in die zin nooit iets nieuws (in creationistische zin) op. Zo is een hand ook een aangepaste poot, en een poot een aangepaste vin. Evolutie kan geen genetisch materiaal uit het niets toveren; dat is juist wat de God van de creationisten doet! De creationist vraagt van de evolutiebioloog dus iets wat alleen mogelijk zou zijn als de evolutietheorie zelf onjuist zou zijn! Dit is uiteraard geen redelijk antwoord op mijn vraag.
Nog een ander voorbeeld betreft overgangsvormen, bijvoorbeeld tussen (niet-vogel-)dinosauriërs en vogels, of tussen (niet-menselijke) apen en mensen. Volgens de creationist kunnen die er uiteraard niet zijn, want deze diergroepen zijn onafhankelijk van elkaar geschapen. Creationisten hebben voor dergelijke afzonderlijk geschapen groepen een term bedacht: 'baramins' (afgeleid van het Hebreeuws voor ongeveer 'geschapen naar hun aard'). De evolutiebioloog verwacht dergelijke overgangsvormen uiteraard wel, en ze zijn ook in ruime mate gevonden. Hoe reageert de creationist op dergelijke evidentie? In oudere creationistische werken werd domweg ontkend dat er fossielen zijn met kenmerken van bijvoorbeeld zowel dino's als vogels, of apen en mensen. Een mooi voorbeeld van een overgangsvorm, zoals Archaeopteryx, werd dan gezien als óf 'duidelijk vogel' óf 'duidelijk reptiel' (creationisten kwamen er onderling niet uit welke van de twee het is). Nu steeds meer van dergelijke fossielen bekend zijn, gaan ze over op een andere strategie: dergelijke fossielen zijn geen overgangsvormen, maar 'mozaïekvormen'. God heeft blijkbaar ook dieren geschapen die kenmerken van twee baramins hebben!
De cruciale vraag is nu hoe we empirisch een overgangsvorm van een mozaïekvorm kunnen onderscheiden. Hierop blijft de creationist het antwoord schuldig. Een vergelijkbaar probleem doet zich voor als overeenkomsten worden toegeschreven aan 'gemeenschappelijk ontwerp'. Een almachtige Ontwerper kan per definitie alle mogelijke overeenkomsten én verschillen scheppen, dus hoe kunnen we gemeenschappelijk ontwerp empirisch toetsen? Bedenk ook dat op grond van evolutie toetsbare voorspellingen over overgangsvormen gedaan kunnen worden: in welke aardlagen ze wel en niet thuishoren en tussen welke groepen dieren we ze wel en niet horen te vinden (tussen paard en mens bijvoorbeeld niet). De ideeën van mozaïekvormen en gemeenschappelijk ontwerp doen dergelijke voorspellingen niet en zijn dus ontoetsbaar. Andere cruciale vragen zijn hoe we empirisch kunnen bepalen in welk baramin een fossiel geplaatst moet worden en wat de grenzen van baramins zijn. Wederom blijft het antwoord uit. Baraminologie mag dan wetenschappelijk klinken en lijken, maar het levert geen empirisch toetsbare voorspellingen op en is daarmee geen wetenschap.
De creationistische gang van zaken is recentelijk weer prachtig gedemonstreerd in een technische creationistische publicatie van McLain et al. over de relatie tussen dino's en vogels. In de samenvatting lezen we meteen de Conclusie al: "Birds could not have evolved from land animal ancestors because Genesis clearly states that birds and land animals were created on separate days." Het wordt echter interessant als deze creationisten de data gaan analyseren. Daarover schrijven ze onder andere: "we could not find a way to separate theropod dinosaurs and birds overall into two groups based on their anatomy" en "Traditionally, creationists have considered dinosaurs and birds to be two discrete groups, easy to separate and identify. To most people, dinosaurs and birds appear to be vastly different animals. However, such a distinction can only be maintained by “cherry picking” non-birdlike dinosaurs for comparison." en "birds and theropod dinosaurs (especially coelurosaurs) are overlapping, continuous, and anatomically grade into one another. Any line drawn at this level is necessarily arbitrary, and a real, morphological feature that divides birds and dinosaurs is not apparent." Over de prachtige overgangsvorm Archaeopteryx schrijven ze: "Archaeopteryx is so similar to both dromaeosaurids and some avialans that multiple creationist studies cannot determine whether it is continuous with traditional dinosaurs or birds." Ze geven zelfs toe dat "when viewing all of life from a broad perspective, we can understand why evolutionists believe that birds evolved from dinosaurs." Wat we hier dus zien is dat de data laten zien dat er geen duidelijke scheidslijn te trekken valt tussen dino's en vogels (precies zoals je op grond van evolutie mag verwachten!), maar dat die er desalniettemin moet zijn op grond van de Bijbel, wat de evidentie ook moge zijn.
Uit het bovenstaande blijkt dus duidelijk dat creationisme geen wetenschap is en ook niet kan zijn: ze gaan uit van een onbetwijfelbare Waarheid en kunnen niet aangeven wat hun ongelijk zou aantonen. Hiermee plaatsten ze zichzelf dus buiten de wetenschap. Maar is dit erg? Staat het niet iedereen vrij te geloven wat hij of zij wil? Uiteraard, maar dan moeten creationisten ook niet pretenderen wetenschappelijk te zijn, en dat doen ze wel. Zo willen ze dat hun geloof in de wetenschapslessen (biologie, aardrijkskunde, astronomie) op scholen wordt behandeld, als een alternatief model voor de gangbare wetenschap. Ook willen veel creationisten door wetenschappers serieus genomen worden. Dan ontstaan de problemen, want wie wetenschappelijk meent te zijn, moeten volgens de regels van het wetenschappelijke spel spelen, en creationisten doen dat dus duidelijk niet. Ze organiseren 'wetenschappelijke' congressen en publiceren in hun eigen (technische) 'wetenschappelijke' bladen, maar dit geeft slechts de schijn van wetenschap. Er is altijd sprake van de hierboven beschreven fundamenteel onwetenschappelijke houding en methode.
Ik zou dan ook iedereen die met een creationist geconfronteerd wordt willen oproepen deze simpele vraag te stellen: wat zou jou van je eigen ongelijk overtuigen? Als een redelijk antwoord uitblijft, wordt meteen duidelijk dat de creationist geen wetenschap bedrijft, maar geloof. Dat mag hij in alle vrijheid doen, maar hij hoeft niet te verwachten wetenschappelijk serieus genomen te worden. Tegen de creationisten zou ik willen zeggen: wees eerlijk! Geef aan dat je geen wetenschap wilt bedrijven, maar zieltjes wilt winnen voor een zeer orthodoxe geloofsovertuiging.