Het kosmologisch argument is een bekend en intuïtief aansprekend argument voor het bestaan van God. De meest bekende versie ervan is waarschijnlijk de kalam-versie:
P1 Alles wat begint te bestaan, heeft een oorzaak.
P2 Het universum is begonnen te bestaan.
C Dus, het universum heeft een oorzaak.
Via een aantal stappen wordt vervolgens God als oorzaak aangewezen. Deze versie wordt onder andere al lange tijd verdedigd door de christelijke filosoof William Lane Craig. Er is op veel verschillende manieren kritiek te leveren op dit argument, maar volgens mij is de simpelste en sterkste kritiek dat beide premissen (P1 en P2) onzeker zijn. Zonder de aannemelijkheid van deze premissen komt het hele argument niet van de grond.
Dat deze premissen wetenschappelijk gezien onzeker zijn, komt doordat onze goed bevestigde natuurkunde ophoudt als we verder willen komen dan een heel pril stadium van ons universum, waartoe de (goed bevestigde) oerknal teruggaat. Het is dan ook een veelgehoorde misvatting dat deze big bang zélf gaat over het ontstaan van alles wat bestaat en op een absoluut begin duidt. De Engelse Wikipedia geeft het goed weer: “The Big Bang is a physical theory that describes how the universe expanded from an initial state of high density and temperature.” De reden dat de natuurkunde op dit punt onzeker wordt, is dat de twee beste natuurkundige theorieën (algemene relativiteitstheorie en kwantummechanica) met elkaar in conflict komen en daar op dit moment geen algemeen aanvaarde oplossing voor is.
Er zijn wel verschillende kosmologische modellen die een oplossing zouden kunnen bieden, maar die zijn speculatief en hebben allemaal hun sterke en zwakke kanten. Ze zijn bovendien (nog?) niet empirische toetsbaar, wat bijdraagt aan hun speculatieve karakter. Sommige van deze modellen stellen dat ons huidige universum een begin heeft, andere niet. Sommige modellen stellen dat tijd ontstaan is mét de oerknal, maar bij andere loopt de tijd daarvoor al, en sommige gaan zelfs uit van oneindige tijd voor (en vaak ook na) ons universum. Dan is er dus geen absoluut begin. Nog weer andere modellen gaan uit van een multiversum, waarin ons universum slechts een van vele is, met al dan niet een absoluut begin. Sommige modellen gaan uit van een (absoluut) begin, maar menen dat dat niet veroorzaakt is.
Al deze opties zijn de afgelopen decennia uitgebreid beschreven en bediscussieerd door specialisten in de wetenschappelijke literatuur. Deze literatuur is echter te technisch voor leken om te volgen en op waarde te schatten, ook voor mij. Gelukkig zijn er de afgelopen tijd een aantal interviews op YouTube geplaatst waarin een reeks topwetenschappers op deze kwestie ingaan. Het zijn vooral eminente natuurkundigen en filosofen, allemaal specialisten op dit gebied. Zij leggen toegankelijk uit wat er problematisch is aan het kosmologisch argument, vooral aan de eerste twee premissen. Uit deze interviews blijkt dus heel duidelijk dat de twee premissen op z’n best onzeker zijn: we weten domweg niet of ze waar zijn. De wetenschap is speculatief, er is geen consensus onder experts en veel mogelijkheden staan nog open.
De organisator achter de interviews is astronoom Phil Halper, die een YouTube-kanaal heeft waar hij de interviews met al deze experts plaatst. Twee interviewseries wil ik er voor dit stuk uitlichten. De eerste bevat interviews met natuurkundigen Roger Penrose, Stephen Hawking, Alan Guth, Carlo Rovelli, Alex Vilenkin, Niayesh Afshordi en filosofen Adrian Moore, Daniel Isaacson, Arif Ahmed, Alastair Wilson, Alex Malpass en Daniel Linford. De tweede serie gaat in op kritiek geuit op de eerste serie en bevat interviews met veel van de experts uit de eerste serie, maar ook met onder andere Graham Priest, Sean Carroll en Barry Lower. Halper heeft tevens samen met vooraanstaand kosmoloog Niayesh Afshordi een boek geschreven over al deze verschillende kosmologische modellen. Dat verschijnt volgend jaar bij Chicago University Press.
De filosoof Joe Schmid, die zich zowel op zijn YouTube-kanaal als in de vakliteratuur bezighoudt met dit argument, heeft zich ook in de discussie gemengd. Hij gaat onder andere in twee gesprekken (hier en hier) met Halper en Linford (met wie hij een boek hierover geschreven heeft) ook uitgebreid op dit argument in en vooral Craigs verdediging ervan. Daaruit blijkt duidelijk dat Craig niet goed op de hoogte is van de kosmologische stand van zaken.
Kan een andere kenbron ons dan uit deze wetenschappelijke onzekerheid helpen en de premissen aannemelijk maken? Verdedigers van het argument beroepen zich vaak op de intuïtieve waarschijnlijkheid van vooral P1. Het probleem hiermee is dat we goede redenen hebben om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van dergelijke intuïties in deze context, zoals ik hier en hier heb betoogd. Voor P1 wordt verder vaak gewezen op alledaagse voorbeelden, maar wie zegt dat we dat mogen doortrekken naar het gehele universum? Veel wat in het dagelijks leven geldt, geldt niet onder extreme natuurkundige omstandigheden. P1 is daarom terecht natuurkundig en filosofisch omstreden, zoals uit de interviews blijkt. De waarheid (of waarschijnlijkheid) van P2 zou blijken uit dat de ontkenning ervan tot allerlei paradoxen of problemen zou leiden, maar ook dat wordt bekritiseerd in de interviews.
Deze interviews met specialisten op dit gebied laten dus toegankelijk en goed zien hoe problematisch beide premissen van het (kalam) kosmologisch argument zijn. Ze zijn in het beste geval onzeker, waardoor de verdediger van dit argument de waarschijnlijkheid ervan moeten beargumenteren en al de kritiek die reeds op dergelijke pogingen is geleverd moeten weerleggen. Anders is het argument kansloos. In het slechtste geval (voor de verdediger van het argument) zijn de premissen onjuist en werkt het argument niet. Deze interviews vatten volgens mij de beste hedendaagse kritiek op dit argument samen. Elke serieuze verdediger van het argument zal hun kritiek dus moeten weerleggen om de premissen aannemelijk te maken. Ik heb dat nog nergens zien gebeuren. Het (kalam) kosmologisch argument komt daarmee niet van de grond.