Maria Tang schreef op 24 oktober 2011:
En God sprak:
"Hoort aan, Mijn Woord, gedragen door het engelenkoor:
'Och, gij gaat teloor! gij gaat teloor!
Wegvagend, als stof op de wind.
Daar gij zijt klein, slechts een mensenkind.
Nietig van omvang
en in deze wereld van onbelang.
Doch trots van aard zijt gij,
meent gelijke te zijn aan Mij.
Gij poogt uw zelve op te richten.
Doch, onder Mij zult gij zwichten.'"
-
Maar zie, het mensenkind staat op en zegt tot God:
"Minacht mij niet,
daar IK Uwe heer ben.
Weet -- al wat U biedt,
is al dat ik ken.
En al wat U zijt,
afkomstig van mijn waarheid.
U bent mijn God,
daar IK U schiep.
En U bent mijn lot,
daar IK U in mijn leven riep."
-
En met deze woorden vielen zij dood neer;
God -- oud was hij,
en het koor van engelen -- heilig, en trots als een bok.
Zij vergingen allen in het niet,
samen met de klanken van dit lied.