Arnoud Rop schreef op 8 februari 2010:
Beste Bart,
Met belangstelling heb ik je verhaal gelezen over biddende Haïtianen.
Het lijkt in je verhaal zo te zijn, dat mensen alleen geloven om met waarom-vragen bezig te zijn. Mijns inziens is dit een erg enge opvatting van geloof. Naast het feit, dat het onbewijsbaar is, waardoor je maar wat speculeert, ervaar ik mijn geloof in God absoluut niet in termen van 'het waarom'. God is voor mij gewoon een realiteit, die voorafgaat aan welke vraag dan ook.
De paradox van de atheïst is (althans eentje zoals jij) dat hij enerzijds compassie heeft met het leed, maar anderszijds moet leren daar totaal onverschillig onder te worden. Het afleren van vragen naar het waarom impliceert het afleren van pijn en verdriet. Dat is inderdaad een moeilijke opgave, zo niet een onmenselijke.
groeten,
Arnoud
Reactie:
Beste Arnoud,
Ik vrees dat je mijn stuk niet helemaal goed begrepen hebt. Ik schreef dat het een diep menselijke vraag is om de waaromvraag te stellen als je iets ergs overkomt. Een atheïst zal moeten accepteren dat die vraag onzinnig is. Voor een gelovige daarentegen is die vraag niet onzinnig (er is immers een God die deze wereld bestierd). Natuurlijk is een gelovige met meer bezig dan alleen deze vraag, maar in tijd van nood zal hij met deze vraag worstelen. Dit tref je dan ook op vele plaatsen in de Bijbel aan, het meest sprekend natuurlijk in het boek Job.
Ik snap ook niet waar je het op baseert dat een atheïst zou moeten leren “totaal onverschillig” te worden onder het leed. Juist niet! Juist omdat wij als mensen de enige zijn die er wat aan kunnen doen – er is immers geen God – is het aan ons om er zo veel mogelijk aan te doen, niet onverschillig te zijn dus. Het afleren van de waaromvraag leert dan ook helemaal niet het afleren van pijn en verdriet. Het tonen van mededogen en het helpen bij leed kun je altijd doen, ook als de oorzaak van dat leed volstrekt buiten de menselijke verantwoordelijkheid ligt.
Met vriendelijke groet,
Bart Klink