Bij het denken en spreken over god wordt vaak impliciet verondersteld dat het duidelijk is wat onder het woordje "god" verstaan wordt. Hierbij wordt meestal min of meer vanzelfsprekend gedacht aan de betekenis die christenen aan het woord hebben verleend. Het is echter van belang hierbij te beseffen dat die definitie niet eenduidig is. Wat men onder het woord "god" verstaat heeft een geweldige variëteit, zeker als de vele historische betekenissen ook meegenomen worden. Deze variëteit bestaat tussen godsdiensten onderling (zowel contemporaine als antieke), tussen verschillende stromingen binnen een godsdienst en zelfs tussen gelovigen van een bepaalde stroming onderling. Deze verschillende betekenissen kunnen elkaar overlappen, maar zeer zeker ook tegenspreken, hier zal later nog verder op worden ingegaan. Ook kunnen bepaalde aspecten uit een godsconcept onderling tegenstrijdig (logisch inconsistent) zijn, hier wordt tevens later nog op terug gekomen. Het enige gemeenschappelijke aspect is meestal dat god bovennatuurlijk is. Als er alleen maar materie of natuur bestaat (zoals het materialisme of naturalisme beweren), is er geen plek voor god en is er dus automatisch sprake van atheïsme.
Pas als het woordje god een bepaalde betekenis heeft gekregen, kan iets gezegd worden over het wel of niet bestaan. Als het woord geen enkele betekenis heeft, is de vraag naar het bestaan zinloos.
In een discussie tussen een gelovige en een atheïst is het dan ook aan de gelovige om te vertellen welke betekenis hij aan het woordje "god" verleent. Als de gelovige een uitspraak doet over god, kan de atheïst hem laten zien dat deze uitspraak of geen betekenis heeft, onwaar is of er betere argumenten tegenover staan. Een aantal van deze argumenten wordt hieronder uiteengezet. De mate waarin ze opgaan is afhankelijk van wat het godsbeeld is.