Veruit de meeste goden lijken in hun eigenschappen verdacht veel op mensen: ze kunnen liefhebben, haten, jaloers zijn, oorlogen voeren enzovoort. Misschien komt dit wel het meest naar voren bij de oude Griekse godsdiensten, maar het is ook zeker goed terug te vinden bij de goden uit de bijbel en koran. Deze goden lijken op mensen, maar zijn in allerlei opzichten superieur aan hen: ze zijn machtiger, weten meer, zijn volmaakt goed enzovoort. De mens projecteert zijn eigen onmacht en onvolmaaktheden op god(en) Goden zijn dus als het ware een soort supermensen.
Hierdoor ontstaat een grote variëteit aan godsbeelden. Als er maar één ware god bestaat, hoe komen mensen dan aan zo gigantisch veel verschillende godsbeelden, variërend van volledig onkenbaar tot volledig antropomorf (op mens lijkend)? Waarom is de één voor vrede en de ander voor oorlog? Waarom bestaat de een uit drie personen (de christelijke drie-eenheid) en de ander uit slechts één? Het godsbeeld is dus zeer ambigu. Het is niet logisch dat al deze (onderling tegenstrijdige) verschillende godsbeelden van één god komen. De atheïst meent dan ook dat ze ontsprongen zijn uit de menselijke geest.
Ook is het zo dat het godsbeeld in de loop der tijd verandert, het evolueert. Meestal is dit het gevolg van veranderende menselijke verlangens en behoeften of dwingt de cultuur of wetenschap daartoe. Karen Armstrong bijvoorbeeld, geeft dit in haar boek "Een geschiedenis van God" mooi weer. Vooral de aanpassing aan wetenschappelijke bevindingen en de veranderende moraal is goed terug te zien. Vroeger had bijvoorbeeld de joods-christelijke god alles in zes dagen geschapen, maar toen de wetenschap leerde dat dit onjuist was, werd god teruggedrongen tot de man achter de knoppen van de evolutie. De God uit het Oude Testament is wreed en strijdlustig, die van het Nieuwe Testament liefde en vrede. Waar vroeger nog de hel een prominente en afschrikwekkende rol speelde, is tegenwoordig alleen de hemel nog overgebleven. Veel 'goddelijke' wetten worden tegenwoordig (gelukkig!) niet meer nageleefd en toegepast. Hoe is het mogelijk dat het godsbeeld van de 'enige ware' god steeds verandert?
Op grond van het bovenstaande mogen we verwachten dat atheïstische verklaringen voor geloof in goden altijd beter zijn dan theïstische verklaringen. De gelovige zal moeten verklaren waarom zoveel mensen in zoveel verschillende goden geloven als er maar één ware god is. De christen zal zijn geloof kunnen verklaren vanuit de wil van zijn God, zijn geloof is een genadegeschenk van God. Maar hoe is dan het geloof in andere goden, met al hun verschillende eigenschappen, dan te verklaren? Zorgt de christelijke God en dan ook voor dat moslims in Allah geloven en dat de oude Grieken in Zeus en de oude Noren in Thor geloofden? Dit zou betekenen dat de christelijke God andere gelovigen misleidt (die goden bestaan immers niet), wat volgens mij geen enkele christen zou accepteren. Zou het geloof van elke gelovige dan verklaard kunnen worden door zijn eigen god? Voor deze verklaring zouden we het bestaan van gigantisch veel goden moeten aannemen, niet alleen die waarin nu wordt geloofd, maar ook de vele waarin in het verleden is geloofd. Deze goden sluiten het bestaan van andere goden echter meestal weer uit, zeker in monotheïstisch religies als het jodendom, christendom en de islam.
Theïstische verklaringen gaan dus niet op. Een atheïstische verklaring is dan ook veel eleganter, kan meer verklaren en verdient daarom de voorkeur. Er zijn meerdere atheïstische verklaringen die (deels) met elkaar overeenstemmen. Religie kan verklaard worden vanuit een evolutionair perspectief: religie kan een volk hecht binden en laten samenwerken, wat een evolutionair voordeel oplevert. Religie kan ook gezien worden als een poging van de wereld van de primitieve mens om de wereld (met al haar problemen) te verklaren. Ook de projectietheorie van Freud geeft een antwoord op deze vraag. Tevens kan godsdienst mensen troost bieden, gelovigen zoeken een vaderfiguur dat hen troost, steunt, enzovoort en vinden dit in god(en). Het voert echter hier te ver om deze uitgebreid te bespreken. Het mooie van deze verklaringen is dat ze alle godsdiensten in één keer verklaren. Gelovigen zullen moeten uitleggen waarom zoveel mensen in zoveel verschillende goden geloven als er maar één ware god is. De atheïst heeft dit probleem niet.
"En den mens schiep God naar zijn beeld, naar het beeld van de mens schiep hij Hem" (Parodie op Genesis 1:27)